Verder van huis ben ik nooit geweest

 

(gezongen door de Hamelaars en Koning Zwankezwaan)

afl. 45

 

 

Toen ik zeven was ben ik ooit verdwaald

Op een heel druk plein waar het jaarmarkt was

En ze hebben een hoop overhoop gehaald

Maar ze hadden me ´s avonds pas

En in optocht naar huis, want daar was het feest

Omdat ik gevonden was

En mijn vader, die huilde geloof ik het meest

Maar verder van huis ben ik nooit geweest

 

Toen ik negen was wou ik weg naar zee

Maar mijn vader was daarop voorbereid

Hij zei: Je mag mooi op één van mijn schepen mee

Maar je hebt nog een beetje tijd

En ik had voor het antwoord al even gevreesd

En ik wist waartoe oproer lijdt

Nu ken ik de wereld waarover je leest

Maar verder van huis ben ik nooit geweest

 

Maar hij die de grote dobbelsteen gooit

Hij gokte met ons het meest

Want verder dan hier komt niemand ooit

Zo ver was ik nooit van huis geweest

 

Van de dag dat ik toch van Laar vertrok

Heb ik hevig terug naar huis verlangd

Want het hemd is nader dan de rok

Ook al weet je niet waar het hangt

Maar nu ik hier sta voor het gat van de deur

Nu het tijd is voor vlaggen en feest

Kwelt mij de terugkeer nog het meest

Verder van huis ben ik nooit geweest

 

Mijn vader zei: Al wie reizen gaat

Hem wacht op een dag een grijze pijn

Het geluk hangt aan een zijden draad

Wie reist, hij moest wijzer zijn

Want steeds komt het afscheid, en afscheid doet zeer

En het kwelt - na heimwee - het meest

Hij die naar huis gaat viert bitter feest

Verder van huis is hij nooit geweest

 

 

♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦

 

Liedteksten uit Hamelen

index

 

Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer?

index

 

 

home